Sinds mijn eerste bevalling ben ik op zoek naar een warme, maar toch veilige manier om te bevallen. Een menselijke en gemoedelijke aanpak is topprioriteit. Het stond voor de geboorte van Toontje al vast dat we voor zeker twee kindjes zouden gaan als de natuur meewerkt. We komen allebei uit een naar huidige normen groter gezin en het gevoel van omringd te worden door broers en zussen vind ik heel fijn. Na de geboorte van Toontje wist ik één ding zeker: als een normale bevalling medisch mogelijk is, ga ik niet meer bevallen in het ziekenhuis. Nu onze tweede kapoen in aantocht is, heb ik contact opgenomen met Geboortehuis De Zon in Viersel.

Waarom liefst niet meer in het ziekenhuis?
Het verhaal dat ik nu ga vertellen is zeer persoonlijk en ligt bij mij heel gevoelig. Toch wil ik het graag met jullie delen zodat het een boodschap kan zijn. Blijf dicht bij je hart en maak je eigen keuzes. Denk op voorhand goed na en accepteer niet alles wat er met je gebeurt omdat het daar de gangbare manier van zaken is. Je bent zo kwetsbaar tijdens je bevalling en dat kan wonderbaarlijk mooi zijn, maar ook beangstigend wanneer er dingen gebeuren die naar jouw gevoel niet ok zijn.
Kiezen is verliezen
Als ik aan mijn eerste bevalling terugdenk, zijn er enkele dingen waar ik nu nog mee worstel. Ik had me voorgenomen om niet op mijn rug te bevallen als alles normaal zou verlopen. Mijn wens was een badbevalling of iets dergelijks omdat het beter zou zijn voor zowel mama als baby. De baby komt zachter ter wereld en de mama kan de weeën vlotter opvangen. Bovendien is de kans op mogelijke schade onderaan beperkter. Doorgaans duren rugbevallingen ook langer, neemt zelfs de kans op een eventuele keizersnede toe en ervaart de mama pijnlijkere weeën. Dit voornemen is helemaal anders uitgedraaid.
Mijn verhaal begint bij het vertrek naar het ziekenhuis. Thuis had ik alles onder controle en kon ik de weeën goed te baas. Wanneer het moment aanbreekt dat ik niet meer fatsoenlijk op mijn timertje kan tikken, wil mijn man naar het ziekenhuis vertrekken. Ik opper dat hij nog maar rustig eerst zijn bokes opeet, want dat het bij een eerste toch altijd lang duurt. Daar heeft mijn man gelukkig geen oren naar en zo vertrekken we richting kliniek.
De rit duurt eeuwen want elk bobbeltje op de weg lijkt wel de Mount Everest waar we over moeten. Bij spoed aangekomen kan ik niet meer stappen en krijg ik veel meer pijn. Het duurt eventjes vooraleer ik in een rolstoel naar de arbeidskamer wordt gebracht. Daar aangekomen moet ik vliegensvlug keuzes maken. Ofwel brengen ze me naar het verloskwartier om een epidurale te steken, ofwel gaat het richting verloskamer met bad. Op dat moment kan ik niet meer zo helder nadenken en vergeet ik al mijn voornemens. Ik heb zoveel last dat ik mezelf “ik wil een epidurale” hoor mompelen. De verplegers rollen me de kamer in en hijsen me op bed.
Na een kort onderzoek constateert de vroedvrouw dat die optie niet meer gaat omdat ik inmiddels 8 cm ontsluiting heb en de verdoving pas zou beginnen werken als alles al voorbij is. Ik vraag om me naar de kamer met het bad te brengen, maar dat is niet meer mogelijk. Waarom dat weet ik nog altijd niet, want de baby zou er nog niet direct uit vallen. Ik voel me echter opslag een seutje dat fout heeft gekozen. Het zou dus uitdraaien op een rugbevalling zonder verdoving: iets waar ik op voorhand schrik voor had. De vroedvrouwen zijn heel lief en moedigen me aan. Het gaat een tijdje goed en het gevoel dat ik het “op eigen kracht kan”, komt aarzelend terug. Elke wee puf ik weg en mijn man houdt dapper mijn voet vast zoals ik hem heb opgedragen.
Business as usual
Dan komt de gynaecoloog van wacht binnen en zij neemt heel het spel over. De sfeer verandert van bemoedigend en vriendelijk, naar eerder koud en zakelijk. Ze kijkt me niet aan en gebiedt me herhaaldelijk: “Nee, stop zo gaan we dat niet doen!” Ik heb eigenlijk geen idee waar ze het over heeft en probeer mijn best te doen om aan de verwachtingen te voldoen. Op dat moment ben ik er weer even helemaal uit en komt de schrik om wat er allemaal te gebeuren staat terug. Stel dat die baby er niet uit geraakt? Ben ik wel goed bezig? Wat moet ik wel doen? Wat mag ik niet doen? Waarmee moet ik stoppen en hoe?
Uiteindelijk zijn we bij het moment van het persen aanbelandt. Mijn man moet nog steeds mijn voet vasthouden en ik duw zo goed ik kan. Ik schat dat het zo’n uurtje heeft geduurd tot ik ons kersvers zoontje op mijn buik krijg. Het is 9u19 in de ochtend. De navelstreng is ondertussen al doorgeknipt omdat die rond zijn nekje zat. De apgar-scores (Appearance (kleur), Pulse (hartslag), Grimace (reactie op prikkels), Activity (spierspanning) en Respiration (ademhaling) zijn echter formidabel en hij weent onmiddellijk. Ik ben nog volop aan het bekomen en daar is ze weer…
Naald en draad
Als ik de eerste foto’s terugzie van mij en mijn pasgeboren zoontje op mijn buik, dan schrik ik nog altijd van mijn gelaatsuitdrukking. Toontje is net geboren. Ik hap nog naar adem en de gynaecoloog begint zonder verdere uitleg mijn scheurtje te hechten. Moet dat niet met verdoving!? Ik probeer de pijn te verbijten maar dat gaat niet. Ik lig wijdbeens op mijn rug en probeer vruchteloos stil te blijven liggen omdat me dat kordaat is opgedragen. De adrenaline raast door mijn lichaam en als ik mijn ogen open, zie ik het strakke gezicht van de gynaecoloog die een bebloede draad door mijn wonde rijgt. Ik voel elke steek. Ze maant me nog verschillende keren aan om stil te blijven liggen en heft telkens de naald hoog op. Ik wil niet kijken en toch doe ik het in een wanhopige vorm om het proces toch onder controle te krijgen. Het lijkt uren te duren en ik vergeet eventjes helemaal dat ik Toontje vast heb. Voor ik het besef is de gynaecoloog weer verdwenen naar een andere kamer. Voor haar is dit natuurlijk business as usual. Ik blijf een beetje gechoqueerd en overdonderd achter. Achteraf lees ik in mijn mama-boekje: vlotte bevalling.
Toch een trotse mama
Natuurlijke scheurtjes zijn heel normaal bij een bevalling en zeker als het om een eerste kindje gaat. Het doet pijn, maar ik geniet volop van onze zoon. We zijn allebei megatrots en klaar om naar onze kamer te gaan voor een beetje rust. Dat gaat echter nog niet, want de kamer is nog niet klaar. Uiteindelijk is het rond een uur of zes ’s avonds dat we de verloskamer kunnen verlaten. Onze familie kan niet wachten en al snel staat er zo’n vijftiental man in de kamer. Ik lig er nu niet echt als een prinses bij, maar ben wel heel trots om Toontje aan hen te laten zien.
We vinden onze weg samen met ups en downs en de tijd gaat voorbij. We verlaten als kersverse, zoekende ouders het ziekenhuis. Wat was ik blij dat ik naar huis kon. Toon en ik werden goed verzorgd door de vroedvrouwen, maar ik was het al heel snel beu in het ziekenhuis en verlangde heel sterk naar ons gezellig coconnetje thuis.

Ga hier verder voor deel 2.
3 gedachten over “Bevallen in het ziekenhuis, geboortehuis of thuis? – deel 1”