Alle ballen in de lucht

Zucht…

Een goede jongleur ben ik nooit geweest. Ik hield het wijselijk bij twee of drie zachte circusdoekjes in de lucht houden. Zo’n doekjes dwarrelen sierlijk naar beneden met ruim voldoende tijd om ze te grijpen. Wanneer we zulke dingen op school doen vind ik dat best leuk. Je bent heel even met niets anders bezig. Het is haast een vorm van meditatie. Met een goeie concentratie lukt het me met twee balletjes, maar dat derde erbij verstoort de harmonie. Het is er net eentje te veel de boel ontploft.
Wanneer ik het doortrek naar al onze dagdagelijkse bezigheden zijn er vaak gracieuze dwarreldoekdagen maar ook dagen waarop we precies een act doen met brandende fakkels terwijl we tegelijkertijd op één been door een hoepel moeten springen en dat alles uiteraard voor een bomvolle zaal. Het lukt niet en achteraf heb je er een wrang gevoel bij.

Voldoende tijd, concentratie en de dingen kunnen afwerken zodat je er achteraf een goed gevoel aan overhoud, daar ontbreekt het ons soms aan.

Als je alle ballen in de lucht probeert te houden, dan knallen er gegarandeerd wel eens op je eigen kop. Ik denk dat veel mensen (ouders of niet) zich daarin kunnen herkennen. Bij mij is het dikwijls het ene of het andere: ofwel voel ik me een goede mama die voldoende aandacht en liefde kan schenken aan haar kinderen, die genoeg educatieve dingen kan verzinnen en bijna altijd gezonde dingen maakt, maar dan schiet er geen tijd over om samen met mijn man iets leuks te doen want daar is ook nog mijn job. Ofwel zit het naar mijn gevoel helemaal top met mijn schoolwerk, maar is het huis een stort en zwijgen we maar best over hobby’s en vrije tijd. Dan zitten de kinderen te zeuren, ben ik laat met het eten of moeten we toch nog halsoverkop naar de winkel. Zelden loopt alles volgens plan. Die schaarse momenten van harmonie waarop die puzzelstukjes moeiteloos en wonderwel in elkaar passen zijn goud waard.

Soms droom ik wel eens dat de puzzel past
Ik had het onlangs nog met een Ikeakast

Maar ik had weer een vijs of drie te weinig
ook al deed ik zo mijn best

Maar met vier twijgjes
bouw ik moeiteloos een nest

Bart Peeters – Puzzel

Niets is echter zwart-wit. Te midden van de chaos en de heksentoeren die we soms uithalen om alles en iedereen in orde te krijgen vliegen de uren, dagen en weken als wolken voorbij. Van fluweelzachte schapenwolkjes over dromerige roze Alladin-luchten tot dreigende formaties en eens om de zoveel tijd een echte plensbui. Ook dat is leven. Ook dat is de moeite waard, al zie ik het dan zelf even niet.

Stressmomenten tijdens de ochtend en de avondspits

Ochtendspits: Onze kleuter maakt niet voort en zit daar nog met een vol bord. Wij zijn niet van het principe dat alles op moet, maar zonder ontbijt naar school gaan is een no go. Onze uit de kluiten gewassen baby van 16 maanden ziet zijn kans, klimt op de triptrap van grote broer (help!) en begint aan zijn second breakfast. Gevolg: grote broer wil terug op die stoel en gaat daar een beetje staan jengelen en trekken. (weeral hartstilstand) Ik haal de baby van de stoel en zet de grote er terug op. Ondertussen vul ik zelf in een ijltempo de brooddozen, drinkbussen, fruitbox en gaat het eerste alarm af. Ting, ting! Die alarmen zet ik zodat we niet heel de tijd op de klok moeten kijken. Waarom gaat de tijd steeds zo snel? Het lijkt wel of er een pesterig mannetje in de klok zit die met de cijfertjes knoeit zodat ze onvoorspelbaar snel gaan. De kleuter zet het op een lopen als je hem wil aankleden en kleine broer ziet dat er toch nog iets ligt. In een wip zit hij weer op de triptrap en het gedoe begint opnieuw. Grote broer steigert want “hij was nog niet klaar”. Ting ting, tweede alarm. We moeten nu echt bijna door. Iedereen wordt gevangen en geïmmobiliseerd zodat ik mijn tassen kan pakken. Hopla, de kleinste heeft een stinkebroek. Altijd prijs net voor mama wil vertrekken, dus die beentjes moeten in de lucht. Hup, kinderen in de auto, afzetten op twee verschillende locaties en dan zo snel en veilig mogelijk naar mijn eigen school. De treinen die heel den boel ophouden in ons dorp heb ik al vaak vervloekt en van dat rustige “zen” fietstochtje van vroeger is nog lang geen sprake als we op drie verschillende plekken moeten zijn met al dat gerief.


Avondspits: Ik kom thuis na een werkdag met de twee bengels om zo snel mogelijk aan het eten te beginnen. “De vloer is lava” voor de baby, want hij is moe dus gaat die in de kinderstoel met het nodige speelgoed. Lang duurt dat niet of hij begint al het speelgoed van het tafelblad te gooien. Het alternatief is hem pakken, maar niet fatsoenlijk kunnen koken of een oogje dichtknijpen en hem kasten laten uitladen, om achteraf wel wat opruimwerk te hebben dus die keuze hangt van het moment af. Ondertussen zit de grootste voor vijf minuutjes mooi te spelen, voor een halfuurtje deugnieterij uit te halen of komt Het Bouwteam op tv to the rescue. Zodra het eten op tafel staat kan het niet snel genoeg gaan voor de kleinste, maar de oudste heeft een panische schrik voor te warm eten, dus die roept moord en brand omdat hij denkt zijn tong te verbranden. Vooraleer de oudste begint is de kleinste alweer klaar en begint hij eten dat hij niet meer moet hebben in het rond te strooien. Zucht… De kleinste ziet zijn kans schoon als grote broer van tafel is en hij hervat de beruchte klim om nog wat restjes te scoren.

Help! De peuter heeft hele lange blauwe wascostrepen op de witte muur getekend terwijl je de baby eten gaf. Natuurlijk merk je dat pas na de feiten, terwijl je kleine Picasso al lang zijn biezen heeft gepakt. Eerste gedachte: grrrr.... Tweede gedachte: Ik heb hem nog nooit gezegd dat het niet mag, dus hij wist gewoon niet dat het fout was. Oplossing: Ik roep de dader bij mij en ik vertel duidelijk dat dit niet mag omdat ik dan veel te veel werk heb. Vervolgens gaan we samen (vooral mama want blauwe wasco is echt schrobben) poetsen. 

Op weg naar een parentale burn-out?

We lazen een paar weken terug een kop op de site van de VRT: “België is een van de zwaarst getroffen landen wanneer het gaat over parentale burn-out. Dat blijkt uit de resultaten van een studie in 42 landen door de UCLouvain.” Ik ben er zeker van dat ikzelf op dit moment geen burn-out heb, maar het gevoel om vast te zitten thuis hebben mijn man en ik wel vaker. Dat evenwicht tussen werk, sociaal leven en gezin is een moeilijke. Mijn productieve dag stopt quasi altijd bij het verlaten van de schoolpoort (daar blijf ik dus wel even werken tot alles rond is voor de komende dagen en ook de middag is meestal vollenbak travailler) en dan begint het zorg en poets gedeelte dat tot diep in de nacht/ochtend kan doorgaan. Geen tv-avondje met chips in de zetel beneden, want er is altijd wel een Perdolan gebruiker, een “ik heb dorst-er”, een nachtmerrie of een zeer sterk verlangen om rond half vijf in de ochtend een concertje te beginnen omdat je nog niet mag gaan spelen. Onze kleinste wordt nog vaak wakker om wat te drinken (en dat is niet altijd mamamelk) en de grootste is nog altijd bang als hij alleen is en komt dan het liefst “bij papa en mama logeren” of hij lokt papa naar zijn dubbelbed waar die dan ook in slaap valt. Dat is een trucje dat ik ook probeerde bij mijn grote broers en zus.

Ja, dat is meestal niet hetgeen waar je zo direct aan dacht als ambitieuze jonge twintiger. Je zag je dertigjarige collega’s wel eens zuchten, maar die walletjes werden vaak vakkundig weggemoffeld en de echte verhalen werden vaak niet gedeeld met “groene oortjes”. Dat gevoel herken in nu zelf supergoed wanneer ik jongere collega’s over hun uitgaansleven of dagdagelijkse beslommeringen bezig hoor. “WAT? Kan die een hele dag gamen in het weekend? Huh? Is die zes avonden in de week weg voor één of andere hobby of vergadering? Hoe zo? Niet dat ik dat wil, maar zoveel tijd op overschot dat is toch wel iets om eventjes stikjaloers op te zijn. Wanneer die collega’s over hun uitgaansleven bezig zijn dan merk je: andere levensfase m.a.w. ik word oud(er). Maar het is hun gegund hoor. Als je er net als ons middenin zit, dan besef je pas hoeveel tijd er was naast het werk. Maar heb ik spijt dat ik geen vrije vogel meer ben? Tuurlijk niet. Soms was ik zelfs graag een beetje sneller mama geworden, anderzijds vind ik het goed hoe alles tot nu toe gelopen is. Ik kan me geen andere man voorstellen en geen andere kinderen.

We maken samen lasagne aka spaghettitaart en de peuter staat op zijn leerstoel (Ikea-hack 2.0) om te helpen. Je geeft duidelijke instructies, zet op voorhand de gevaarlijke dingen aan de kant maar voor je het weet heeft hij de pot met kruiden te pakken. Zo'n potje heeft twee standen. Uiteraard lukt het hem om vliegensvlug die vollen-bak-kapstand te kiezen. Gevolg: mama kan niet rap genoeg zijn om de pot af te pakken, de peuter te immobiliseren om meer onheil te voorkomen en de kruidenexplosie met grote scheppen weg te werken. Natuurlijk moet je peuter heel dringend op het potje en begint je baby te huilen. Eerste gedachte: *$#%*...*%#$* Acties: Kalmte bewaren, het kind rustig op het potje zetten, uitleggen dat hij het aan mama moet vragen en moet wachten om het kruidenpotje te gebruiken en de baby troosten.

Soms voel ik mij een beetje dommig omdat persoonlijke ontwikkeling op een laag pitje staat. Ik moet zien dat ik elke avond paraat ben voor de mannekes, want mama die ’s avonds weg moet is vragen voor problemen. Ik heb al eeuwen niet meer geschilderd, zingen en muziek maken staan op een laag pitje en van gaan lopen komt ook niet veel terecht. Ik mis mijn sportieve lijf dat vroeger met de vingers in de neus de 10 mijl aankon en nu al sputtert bij alles boven de vijf kilometer. Ik mis mijn spataderloze benen die vroeger een hele dag elegante hakken aankonden en nu smachten naar simpele sneakers na hooguit een uurtje op van die stelten. Haha, schrijf ik stelten? Zelfs kleine hakken kunnen na een tijdje al irriteren. Ik mis enorm het sociale contact met anderen dat je uit je hobby’s kan putten, het toeleven naar een concert, de kans om mensen op een andere manier te leren kennen.

Die bengels zijn er altijd en opvang is schaars goed. Toch kan ik zo ongelooflijk hard naar onze mannekes snakken. Wanneer ik naar huis rij kan ik haast niet wachten om hun baby/kleuterwangetjes een dikke smakkerd te geven. Met ons Toontje kan je al serieuze gesprekken voeren en ons Nilske is bij momenten een hilarische baby. Ik ben ook vaak content als ik hen blij zie spelen met of naast elkaar. Het verschilt ook heel hard wanneer ze er allebei zijn. Mijn stressmoment van de dag is vaak het eten klaarmaken tussen vijf en zes ‘s avonds. Kindjes hebben dan een lange dag gehad en ze beginnen moe en hongerig te worden.  Ons 16-maanden oude Nilske liep voor zijn eerste verjaardag en beantwoordt volledig aan het veel gehoorde: “den tweede is altijd heviger en sneller als den eerste”. Wanneer ik voor de zoveelste keer rijstkorrels en kleverige stukjes brood van de grond moet rapen kan ik wel eens zuchten, maar ook dat gaat weer voorbij. Mijn schattige “aandachtsvreterkes” kunnen me veel door de vingers doen zien. Als je erbij stilstaat blijven die helemaal niet zo lang klein. Die gedachte alleen al moet ik verwerken. Het idee om ooit met grote pubers hier te zitten, … Nee, alles op zijn tijd. Ze zijn zo prachtig nu.

Het “heb ik een parentale burn-out” lijstje

  1. Uitgeput, moe-der en leeg gevoel de hele dag door? – Nee, vroeger wel bij baby Toon die ’s nachts soms “baby from hell” was tot hij ongeveer anderhalf jaar werd, maar nu gaat het goed en zijn het normale vermoeidheidjes. De waas van vroeger is er niet bij deze kindercombi. De verwachtingen waren realistisch(er), ik ga vaak vroeger naar bed en ik leerde dingen loslaten. Dat helpt een pak. De twee à drie uurtjes slaap van in de eerste maanden na de bevalling hebben we ook reeds doorgemaakt en nu is het een ander natuurlijk ritme van een paar keer wakker per nacht voor een slokje water. Niets abnormaals dus.
  2. Een hulpeloos gevoel, geen hoop en veel twijfelen aan mezelf? – Die zelftwijfel is er altijd al wel geweest, maar die overwin ik vaak door in te zien dat ik sommige dingen naar mijn gevoel toch echt wel behoorlijk kan aanpakken. Dat hulpeloos gevoel dat was vooral corona-miserie en frustratie de voorbije jaren. Dat hele gedoe was ronduit lastiger dan onze mannekes begeleiden in hun intense momenten. Tijdens corona was alles precies veel zwaarder en moeilijker. Ervaring leert ook dat ik nu beter inzie dat onze manier van onvoorwaardelijk opvoeden een mooie en liefdevolle manier is om met mensen om te gaan. Dat ik dit stukje in de hoge lente schrijf heeft ook wel wat impact, want dat seizoen maakt de hele boel wel wat vrolijker als die stillere periode na de nieuwjaarsfeesten.
  3. Hoofdpijn, nek- en spierpijn? – Ik heb dat gelukkig niet al te veel, maar het zijn meer verkoudheden en elkaar terug aansteken dat ons parten speelt. Logisch als je een hele periode als kasplantje moest leven denk ik dan. We hebben ook met z’n allen “geomicrond” eind januari (geen ontsnappen aan als juf met kleine kindjes) en ik weet niet of je daar tijdelijk een verminderde immuniteit aan overhoud. Ik heb alvast een ijzerkuur achter de rug.
  4. Motivatieverlies? – Ik hou van mijn man, ons gezin en “mijn” tweede leerjaar. Ik doe mijn werk supergraag en ik ben megagraag mama. Een eigen klas mogen beleven en meemaken is een droom waar ik alweer een drietal jaar op moest wachten. Onze kindjes zien openbloeien en groeien maakt me super fier. De interactie tussen mijn mannen is heerlijk. Ik hoop ook altijd dat anderen dat merken. We hebben genoeg mooie toekomstplannen, maar kunnen nu ook genieten van leuke momenten samen “in het nu”.
  5. Verandering in eetlust en appetijt? – De voorbije maanden had ik last van een terugkomende maagontsteking en daarom pas ik wel wat meer op mijn voeding, maar ik denk dat dat toeval is. Ik kook vaak en graag want ik vind gezonde maaltijden en gevarieerd eten heel belangrijk. Ik vind het fijn om nieuwe dingen uit te proberen.
  6. Voel ik me alleen op de wereld? – In een melancholische bui kan dat wel eens voorkomen (wanneer ik denk dat anderen een leuker, interessanter en socialer leven leiden) dat ik wat somber word. Maar dat blijft niet duren en ik weet dat die momenten komen en gaan.
  7. Sneller geïrriteerd? – Dat hangt samen met vermoeidheid, maar ik vind dat mijn man en ik een sterk team vormen en elkaar goed steunen en aanvullen. Kleine irritaties zijn er allicht en dagelijks, maar weer niets onoverkomelijks.
  8. Jezelf isoleren van anderen – Ik heb de neiging om me wat meer op de achtergrond te stellen bij bepaalde types mensen, maar nu we eindelijk op een normalere manier kunnen leven en feestjes weer toegelaten zijn ben ik toch graag onder de mensen ook al is dat maar voor even. Er zijn momenten geweest waarbij ik niet graag naar buiten kwam, maar dat had weer meer te maken met heel het corona gedoe. Ik heb veel sociale media vaarwel gezegd en dat hielp.
  9. Verslavingen? Ik drink al sinds onze trouw geen alcohol meer, ik ben voorzichtig met geneesmiddelen en heb geen neigingen om verdovende middelen te gebruiken. Ik zie ook niet in waarom je de drugsmaffia zou sponsoren die voor zoveel schade en leed zorgt. Niet cool en nooit gedaan.

Wanneer ik dus dat lijstje van de burn-outs overloop, kan ik bij momenten wel wat dingen afvinken. Een echte burn-out zit er gelukkig niet aan te komen of merk je dat niet? Voor de mensen die dit wel doormaken hoop ik dat ze de nodige steun krijgen en de kinder-opvoed-stress kunnen omzetten in positieve energie. Om met de woorden van Willy te eindigen: “Laat de zon in je hart. Ze schijnt toch voor iedereen. Geniet van het leven, ook al duurt het maar even.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s