Bijna een jaar twee kindjes … hoe gaat dat nu?

twee broertjes

We zijn nu een dikke 3,5 jaar papa en mama en bijna 1 jaar trotse ouders van twee lieve zoontjes. Zij verrijken ons leven en zetten het meer dan eens op zijn kop. Ik zocht wel eens antwoorden op de vraag: wat doet het krijgen van een kind met een mens? Hoe ervaren koppels de overgang van 0 naar 1 en van 1 naar 2 of meer. Nu Nils bijna een jaar wordt, deel ik graag mijn gedachtestroom. Het blijft sowieso een boeiend onderwerp dat zorgt voor heel uiteenlopende ervaringen. Hoe sta of stond je in het leven? Wat is je voorgeschiedenis? Verliep de zwangerschap en de bevalling op een aangename/menselijke manier? Wat waren je verwachtingen en die van je partner… Het speelt allemaal een rol.

Voor de baby’s

Mijn oudste nichtjes grapten al eens dat hun “suikertante to be” nog eens in het klooster terecht zou komen. Ondanks het feit dat ik wel eens een devoot nootje kraakte tijdens de zangles ontbrak de goddelijke roeping en dat leek me nogal essentieel voor een nonnetje. Die vlieger ging dus niet op. Om mezelf in te dekken heb ik een tijdje beweerd “dat ik nooit kinderen wou, want dat was te veel werk” om vervolgens mijn standaardantwoord op DE VRAAG te corrigeren naar “als ik de juiste heb ontmoet én als ik afgestudeerd ben.” Hoe weet je dan wanneer je de juiste aan de haak hebt? Daar ben je natuurlijk nooit helemaal zeker van, want de liefde zet je leven op zijn kop en aan kinderen beginnen al helemaal. Ik ben dus lang een “muur-zonnebloempje” geweest in relaties aangaan… tot ik als een blok viel voor mijn lieve krullenbol. Het klopte gewoon, het voelde zo juist en het is tot op de dag van vandaag mijn beste keuze ooit.

Al snel werd duidelijk dat we allebei een kinderwens hadden. In mijn fantasie zag ik hobbitachtige Roeliesjes met weelderige bossen krulhaar door onze tuin kroelen. Ik geraakte vlot zwanger van Toon en daarmee was ons avontuur gestart. Uiteraard had ik ook heel wat verwachtingen: we zouden als koppel nog steeds veel tijd voor elkaar hebben want dit schattige kindje zou goed slapen in zijn eigen bedje, het zou fruit- en groentepap eten, ik zou borstvoeding proberen, terug snel gaan werken, veel hobby’s blijven doen en vooral van in het begin heel consequent zijn want dat was toch hét sleutelwoord voor opvoeden he. De bevalling was een noodzakelijk kwaad waar ik niet te veel over wilde nadenken omdat ik er een beetje schrik voor had en een geboorteplan was er niet. (check de link waarom je hier toch best over nadenkt als koppel) Tijdens de zwangerschap begon ik allerlei boeken te lezen, struinde ik verschillende blogs af van jonge ouders en begon het me al te dagen dat niet iedereen het traditioneel parcours volgde.

Van 0 naar 1

Een kind op de wereld zetten doet wat met een mens. Ik vind het niet makkelijk om precies te verwoorden welke impact ik het grootst vond. Ik denk dat de komst van ons oudste zoontje voor mij persoonlijk toch het ingrijpendst was, zowel puur lichamelijk als mentaal.

“Ik ervaarde het alomtegenwoordige bonzen van mijn moederhart en het poreuze karakter van mijn moederziel.”

  • De bevalling: Ja, ik vond het machtig om mama te worden, maar achteraf gezien had ik deze vlotte bevalling liever op een andere manier aangepakt. Misschien thuis zoals bij Nils of in ieder geval minder “medisch”. (Check het onderwerp “bevallen” als je hierover meer wil lezen.)
  • De postnatale periode: “Proficiat, hier is je baby!” Ik leefde de eerste weken in een roes en mijn befaamde wolk had alle kleuren van de regenboog. Ik voelde in het begin wel een connectie met dat kleine mannetje, maar die moest duidelijk nog groeien. “Help, ik moet hem in leven houden met mijn lichaam!” Ik probeerde mijn buikgevoel te volgen, maar bij een eerste kindje vond ik dat toch niet evident. Het was vooral de eenzaamheid die me soms parten speelde. “Waarom zegt de ene vroedvrouw zus en de andere zo?” Waarom zou ik mijn baby’tje niet mogen pakken als hij huilt?” “Waarom voel ik me soms schuldig als ik ga liggen om te rusten en er zoveel werk te doen is? Waarom heb ik gedachten zoals: oef, het is ons al gelukt om hem 3 weken in leven te houden.” “Hier lig ik moederziel alleen met een belabberd lijf op dit ontiegelijk uur ons kind te voeden… Is dit het nu?” Onze wereld stond op zijn kop, maar de rest ging door. Mijn wereld implodeerde. Ik legde mezelf druk op om terug in vorm te geraken. Nu weet ik dat ik mezelf forceerde die eerste maanden om toch maar zo snel mogelijk terug mee te kunnen draaien, maar dat inzicht had tijd nodig.
  • Blinken als een gieter: Wat was ik apetrots! Iedereen moest hem kunnen bewonderen. Ik nam duizenden foto’s. Ik droeg Toontje zoveel mogelijk dicht bij mij en genoot van elk beweginkje, ieder zuchtje, elke vrolijke kraai, elke mijlpaal,… . Ik wist gewoon dat ik ons zoontje nooit ofte nimmer in de steek zou laten, hoe verpletterend dat verantwoordelijkheidsgevoel in het begin ook was. Toon was de allermooiste baby die ik ooit had gezien. Lekker voorspelbaar, maar zo voelde het voor mij ook. Ik vind hem trouwens nog altijd een beauty, maar dit geheel ter zijde.
  • Mombie: Ik, het meisje dat ooit gezwind door onweders en uitgaansplezier doorsliep, wist niet wat vermoeidheid was voor ik een kind op de wereld zette. Wat een uitputtingsslag! Toon was een droom van een baby die transformeerde tot een nachtmerrie wanneer we aan het slaapritueeltje begonnen. Uren, tranen, tuiten, waas, brullen, botsen, boeken, stuiteren, knuffelen, wiegen, … Ik ben iemand die veel slaap nodig heef om te kunnen functioneren en ik had een kindje verwacht dat flink in zijn eigen bedje zou slapen. Dat deden andere kindjes ook en zo hoort dat toch!? Maar nee hoor, dit kindje werkte daar niet aan mee. (check de link voor deze historie) Achteraf bekeken niets abnormaals natuurlijk, een mens is meer dan een ding waarvan je de behoeften kan uitschakelen wanneer het je het beste uitkomt, maar toch even schrikken. Aan slaaptekort wen je niet. “Ok, dan toch maar genoeg tijd tussen de koters laten…”
  • Voeding: Borstvoeding was in het begin een beetje pijnlijk, ietwat vreemd, maar toch ook weer niet. Het was vermoeiend, maar het zorgde ook voor de zeer welkome hormonen zoals oxytocine. Ik wilde absoluut niet afbouwen op drie maanden, daar had ik het zo ontzettend moeilijk mee. Nooit gedacht, maar ik geraakte eraan verknocht. Ik wou Toon zes maanden exclusief moedermelk geven vanwege de vele voordelen. (check de link om meer hierover te lezen in mijn blog over borstvoeding en de Kleintjesmethode) Daarom moest ik gaan kolven. Dat was niet fijn, maar ik moest en zou dit doen voor ons baby’tje. Hij kreeg melk mee naar de grootouders en dat lukte wonderwel. Toon kreeg amper papjes omdat we kennis maakten met de Rapley methode en het voedsel-introductieschema van Stefan Kleintjes. Het was fijn om te zien hoe verwonderd hij was en hoe gretig hij werd door al dat lekkers. Toon werd steeds behendiger en wij zaten op de eerste rij. Ik probeerde veel vers te koken, maar dat lukt uiteraard niet altijd. Soms moest ik het loslaten en dan waren potjes, diepvries of een snelle pasta ook geen slecht alternatief. Dat schrijf ik nu, maar telkens wanneer ik Toon geen vers gekookt eten gaf wrong dat ergens. Neen er is niets mis mee en je doet je kind echt geen tekort, stom stemmetje in mijn hoofd!
  • Onze relatie: We hebben elkaar nooit verloren, maar mijn man en ik moesten wennen aan die nieuwe titel en bijhorende besognes. Waar we massa’s tijd (of zo leek het wel) met elkander doorbrachten was er altijd wel dat kindje dat op één of andere manier om aandacht vroeg. Ook al was Toon aan het rusten, mooi aan het spelen, op bezoek bij de grootouders, … de mama-knop kon ik niet meer uitzetten. Onbewust dacht ik aan hem en hoe hij het maakte. We hebben geen zware ruzies gehad, maar de vermoeidheid speelde ons wel parten en soms ergerde ik me aan het feit hoe makkelijk het leek voor mijn man om de draad weer op te pikken. Hij lag immers niet gekluisterd in bed, op de zetel of waar dan ook met een “milkaholic”. Ik zeg “leek” want dat was het natuurlijk niet. Voor hem waren er ongetwijfeld ook momenten die je nog het best kan beschrijven met metaforen als “zinkend schip” of “verdrinken” of “balanceren op een slappe koord”. Ik vond het gemis het moeilijkste. Ik miste wat we vroeger samen konden doen. Ik miste die onverdeelde aandacht. Ik miste ons. Was ik jaloers op Toon, koesterde ik wrok, wenste ik hem liever weg? Nee, het was ergens een rouwproces dat zich voltrok. We waren onmiskenbaar veranderd en onze relatie ook. Ik besefte dat “even tijd voor elkaar” niet zomaar meer zou komen, maar dat we dat al eens moesten plannen. Geen vreemde dingen, maar een natuurlijke herordening van veel meer dan enkel ons dagelijkse gangetje.

Van 1 naar 2

Je kan mij omschrijven als een moederkloek, een leeuwin, moeder de gans of wat dan ook, maar ik wist altijd dat er nog eentje zou komen. Ik had geen twijfels of mijn hart groot genoeg zou zijn voor twee kindjes. Er is volgens mij ook niets mis mee als je dat in het begin nog niet voelt. Je groeit naar elkaar toe en elke dag dienen zich nieuwe kansen aan. Toontje maakte van mij een moeder en zijn mama ben ik voor altijd.

  • De zwangerschap: Deze zwangerschap vergde meer van mijn lichaam dan de eerste. Ik had meer kwaaltjes en ook even schrik om met een stuitje te eindigen. (check de link voor die historie) Corona wierp een duistere sluier over het geheel en maakte me meer dan eens onzeker. We leefden veel geïsoleerder en toen nog ongevaccineerd in combinatie met mijn beroep als leerkracht lager onderwijs. Er was nog veel minder bekend over de impact op zwangerschap en ongeboren kinderen. Peuter Toon vroeg natuurlijk ook zijn portie aandacht. In dat opzicht was het toch wel pittiger. Ik wist daarentegen veel beter wat er allemaal mogelijk was en dat hielp me om doordachte beslissingen te maken.

“Ik volgde helemaal mijn innerlijke kompas en vertrouwde op mijn buikgevoel.”

  • De bevalling: Wat kan ik zeggen? Prachtig, helend, confronterend, krachtig, … Het werd een prachtige thuisbevalling waarbij de vroedvrouwen me in mijn kracht hebben gelaten. Dat doet wat met een mens en het is iets wat ik nooit ga vergeten. Als je het geboorteverhaal van Nils nog eens wil lezen…
  • Toons reactie: Wat mag je verwachten van een 2,5-jarige die wel opmerkt dat die buik van mama op knappen staat, maar niet in staat is om zijn gevoelens met woorden uit te drukken? Dat kon dus alle kanten uitgaan. Ik ging ervan uit dat een “brusje” sowieso een positief effect zou hebben op onze eerstgeborene. Desalniettemin vond ik het heel spannend hoe Toon zou reageren. Ik herinner me de volgende vergelijking die iemand maakte: “het is voor Toon alsof Roel ineens met een andere vrouw naar huis zou komen die dan permanent bij jullie komt wonen”, maar dat idee vond ik dan weer te verregaand. Akkoord, ik rouwde zelf soms nog om ons geromantiseerde zorgeloze verleden, maar die uitspraak impliceerde dat een grotere broer of zus van nature jaloers zou zijn zonder uitzondering. Het krijgen van een “brusje” hoeft naar mijn mening voor een kind niet onmiddellijk als verraad aan te voelen.
  • Wanneer ik eraan terugdenk ervaarde ik bij onze kersverse grote broer vooral nieuwsgierigheid en verwondering tegenover zijn kleine broertje. Er waren ook “jaloerserigere” momentjes, maar een beetje extra aandacht vraagt iedereen wel eens. Er moet daar ergens een schok door dat peuterbreintje gegaan zijn, maar dat ging niet per sé gepaard met extreem negatief of veeleisend gedrag naar ons toe. We zagen meer een zorgende kant van Toons karakter tot ontwikkeling komen. Ik vind het nog steeds goed meevallen wanneer de twee broertjes aan het spelen zijn. Door het leeftijdsverschil begrijpt grote broer meer en meer dat die grijpgrage handjes van “zijn baby” snel afgeleid zijn.
  • De postnatale periode: Ik heb geprobeerd om me meer koest te houden die eerste weken en we hebben beroep gedaan op kraamhulp. Onze kraamhulp heeft de eerste weken zoveel maaltijden gemaakt dat onze vriezer snel vol zat. Heerlijk vond ik dat, maar ook een beetje confronterend. Hoeveel krijg je niet gedaan op een paar uurtjes zonder kinders om je heen?! Mijn herstel verliep vlotter, want ik wist ook al een beetje beter waar we aan toe waren. Die kleine wereld kwam me bekend voor, maar de grootste schok was echt wel bij nummer 1. Ik had momenten waarop ik van de wolk afdonderde, maar dat liefdevolle vangnet katapulteerde me snel terug naar een plekje met prachtig uitzicht op onze kapoenen.
  • Blinken als een gieter: Ja, ook bij Nils voelde ik me direct verbonden. Bij Toon had ik meer van die alien-momenten in het begin. Het hielp uiteraard wel dat ook dit boeleke een contente, vinnige, maar ook een rustige aard had.
  • Mombie: Er waren momenten waarop ik dacht “als hij maar niet lijkt op zijn broer wat slapen betreft”. Doordat we die watertjes al “ingeduikeld” waren maakte het mijn instelling positiever. Ik ging niet godweetwat meer uitproberen of uitvinden om gedrag te controleren waarna we enkel maar op teleurstelling en een hysterisch kind botsten, maar volgde gewoon mijn buikgevoel. Mombie was opvallend minder aanwezig het voorbije jaar. Ik geef toe dat ik vaak samen met de kinderen ga slapen om al een deeltje voor 12 uur ’s nachts te pakken, maar mijn ingesteldheid maakt echt het verschil. Nils en ik slapen het meest van de tijd samen in één bed en dat is goed voor onze rust.
  • Voeding: Slangentongetje Nils was duidelijk een andere baby en de eerste week drinken kan ik omschrijven als: pijnlijk, krampachtig wegtrekken, ridicuul ontplofte borsten en het drankgebeuren doorstaan. Dankzij een klein ingreepje aan het tongriempje en vele goede zorgen van de vroedvrouwen hebben we weeral een mooi parcours afgelegd van zes maanden exclusief en bijna een jaar moedermelk. Schol! Nils was nooit zo “boobieverslaafd” als Toon destijds en dat maakte alles ook makkelijker voor mij. Van het flesje met afgekolfde melk drinken was ook nooit een probleem. Vaste voeding was ook compleet geen probleem. Thuis is het leerrijk gesmos met de handjes en elders kan het al eens een ander voedertechniekje zijn. Geen probleem, wij zijn flexibel.
  • Onze relatie: Een tweede kindje bracht weer heel wat teweeg. De momentjes waarop we niet aan het werken of zorgen zijn, zijn schaars maar oh zo kostbaar. We zijn allebei onmetelijk blij met “ons matekes”, maar tijd voor elkaar maken (of gewoon nog maar voor jezelf) is niet evident. Het is voor veel koppels met jonge kinderen niet vanzelfsprekend om ergens een andere opvangmogelijkheid te vinden dan de grootouders. Door het hele coronagebeuren is het hier eigenlijk nog niet voorgevallen dat er hier iemand kwam babysitten. Ik heb het er eerlijk gezegd soms moeilijk mee om altijd uit hetzelfde vaatje te moeten tappen, maar ik weet dat onze kindjes gelukkig opgroeien en dat we als koppel meer ademruimte gaan krijgen als Nils door de peuterfase heen is. Wil dat zeggen dat ik die drukke combi afraad of dat ik een hekel heb aan de veeleisende babytijd? Nee hoor, ook daar zie ik de charme wel van in. Ik kan begrijpen dat je een voorkeur hebt voor grotere kinderen, maar ook in die eerste broze eerste kinderjaren zitten veel magische momenten. Ja, het is soms zwaar maar nee, ik heb er geen moment spijt van en ik kan mijn mannekes niet missen.

Veel liefs! x

Plaats een reactie